Het aantal faillissementen is in het tweede kwartaal van 2012 flink gestegen. In totaal gingen er een kwart meer bedrijven failliet dan in dezelfde periode vorig jaar. Alleen in de provincies Groningen (-5%) en Drenthe (-17%) gingen er minder bedrijven failliet. In de bouwsector en industrie vallen de hardste klappen.
In totaal gingen er 2.009 ondernemingen over de kop, een stijging van 24 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2011. Hoewel het Centraal Bureau voor de Statistiek onlangs een economische groei van 0,3 procent waarnam, is dit in het aantal faillissementen niet terug te zien. Jan Willem de Vries, algemeen directeur van Dun & Bradstreet: ‘We weten uit ervaring dat het een tijd kan duren voordat het aantal faillissementen daalt bij economisch herstel. Op basis van voorspellingen van het Centraal Plan Bureau verwachten we dat het totaal aantal faillissementen in 2012 op 8.850 uitkomt. Dit zijn 27 procent meer faillissementen dan in 2011.’
Bouwsector en industrie in zwaar weer
In het tweede kwartaal blijkt dat vooral de bouwsector en de industrie het zwaar te verduren hebben. In de industrie steeg het aantal faillissementen met 49 procent, in de bouwsector was dit zelf 70 procent. De Vries: ‘Aan deze cijfers is duidelijk af te lezen dat de bouw- en woningmarkt flink op zijn gat ligt. Omdat banken nog steeds terughoudend zijn met het verstrekken van kredieten aan bedrijven of particulieren die een huis willen kopen, is de verwachting dat deze sectoren voorlopig nog niet uit het dal komen.’
Alleen in Drenthe en Groningen minder faillissementen
In de provincies Drenthe (-17 procent) en Groningen (-5 procent) is een afname van het aantal faillissementen waargenomen. In Gelderland (+72 procent) en Friesland (+45 procent) is de toename van het aantal bedrijven dat bankroet ging het grootst. Hieronder een overzicht van de ontwikkeling per provincie in het tweede kwartaal, ten opzichte van 2011.
1. Gelderland (+72 procent)
2. Friesland (+45 procent)
3. Zeeland (+41 procent)
4. Overijssel (+39 procent)
5. Limburg (+31 procent)
6. Noord-Brabant (+30 procent)
7. Flevoland (+23 procent)
8. Noord-Holland (+22 procent)
9. Utrecht (+9 procent)
10. Zuid-Holland (+5 procent)
11. Groningen (-5 procent)
12. Drenthe (-17 procent)